Wat bedrijven moeten weten over het Nederlandse regelgevingslandschap

27 November 2019 00:00

Voor organisaties die internationaal opereren, is het constant een uitdaging om aan de regelgeving te voldoen. Omdat wetgevers ernaar streven om hun bestaande regelgeving in lijn te brengen met de eisen van tal van mondiale en nationale conventies, richtlijnen en eisen (VN, OESO, EU, etc.), moeten organisaties deze volgen om hun risico's te minimaliseren, terwijl ze hun bedrijf succesvol laten groeien. Hieronder richten we ons op enkele eisen en veranderingen in Nederland op het gebied van witwassen en financiering van terrorisme, omkoping en kinderarbeid in de supply chains.

Inhaalslag met richtlijnen voor het witwassen van geld

De wetgeving voor de implementatie van de 4e anti-witwasrichtlijn van de EU (4AMLD) is eind juli in werking getreden, 13 maanden na de oorspronkelijke deadline van de EU. De wetgeving wijzigt de Nederlandse Wet ter voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (Wet bescherming tegen witwassen en financiering van terrorisme, Wwft).

Een van de belangrijkste wijzigingen is dat bedrijven, wanneer zij voldoen aan de verplichting dat zij cliëntenonderzoek uitvoeren met een op risico's gebaseerde benadering, dit niet langer automatisch en in een vereenvoudigde vorm, in specifieke omstandigheden kunnen doen. Deze omstandigheden zijn dan onderdeel van een rechtvaardiging voor vereenvoudigde due diligence na het uitvoeren van een risicoanalyse.

Een andere wijziging om te voldoen aan de 4AMLD is dat het bereik van de Wwft is uitgebreid naar alle aanbieders van gokdiensten en professionele of zakelijke personen die goederen verkopen waarvoor contante betalingen worden gedaan of ontvangen van € 10.000 of meer. De vorige drempel was € 15.000.

Ook zijn de bevoegdheden van toezichthouders om Wwft-naleving af te dwingen uitgebreid. De maximumstraf die kan worden opgelegd is gestegen van € 4 miljoen naar € 5 miljoen en voor ernstige strafbare feiten is een boete ingevoerd van maximaal 10% van de geconsolideerde jaaromzet.

Ook heeft Nederland aangekondigd dat het niet zal proberen te voldoen aan de eis van 4AMLD voor een nationaal, publiek toegankelijk register van Ultimate Beneficial Owners (UBO) van bedrijven en trusts, totdat de 5e AML-richtlijn van de EU (5AMLD) in januari 2020 is geïmplementeerd. De Europese Commissie heeft dit bekritiseerd, als onderdeel van haar bezorgdheid over de "trage en onbevredigende" implementatie van de 4AMLD in de wetgeving in veel EU-lidstaten.

De 5AMLD-amendementen kwamen snel achter de 4AMLD aan vanwege de politieke wil om de EU-wetgeving ter voorkoming van het witwassen van geld en financiering van terrorisme verder te versterken. Dit onder meer naar aanleiding van het Panama Papers-schandaal, de terroristische aanslagen van Parijs in 2015 en de bomaanslagen in Brussel in 2016.

De belangrijkste veranderingen van de 5AMLD zijn op het gebied van het reguleren van virtuele valuta, het gebruik van prepaidkaarten, de bevoegdheden van financiële inlichtingeneenheden, due diligence voor landen met een hoog risico en, nogmaals, UBO-informatie.

Omkoping en het Wetboek van Strafrecht

Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht (WvS) regelt de omkoping van overheidsfunctionarissen en niet-openbare werknemers volgens verschillende artikelen. Volgens het WvS wordt omkoping van overheidsfunctionarissen (artikelen 177 en 363), in Nederland of in een buitenlandse staat, zeer ruim gedefinieerd. Het kan elke geldelijke of niet-geldelijke gift, dienst of belofte (zelfs als deze niet is gerealiseerd) aan een voormalige, huidige of toekomstige openbare ambtenaar zijn, rechtstreeks of via een tussenpersoon, om hen ertoe te bewegen een handeling te verrichten of zich te onthouden van handelen, in de uitvoering van hun publieke taken, hetzij in strijd met of in overeenstemming met die taken.

Strafrechtelijke aansprakelijkheid kan ook voortvloeien uit het gebruik van een lokale agent, vertegenwoordiger of adviseur als tussenpersoon bij het omkopen van een openbare ambtenaar. Van organisaties wordt daarom verwacht dat ze een kritische houding aannemen ten aanzien van de aard en de reikwijdte van de activiteiten van derden en in dit opzicht een due diligence / risicoanalyse uitvoeren.

Bij het omkopen van werknemers in de particuliere sector (artikel 328ter) is de definitie van wat omkoping is vergelijkbaar, en moeten individuen hebben gehandeld in strijd met de normen van goede trouw door de steekpenning van hun werkgever of principaal te verbergen. De mogelijke straffen zijn hetzelfde voor personen die overheidsfunctionarissen en de omgekochte ambtenaren omkopen: boetes tot € 82.000 of een gevangenisstraf van maximaal zes jaar; uitsluiting van bepaalde beroepen; en confiscatie van illegaal verkregen bezittingen / opbrengsten van de misdaad. Bedrijven die overheidsfunctionarissen omkopen, kunnen een boete krijgen van maximaal 10% van hun jaaromzet.

Bij het omkopen van werknemers in de privésector is de enige variatie dat personen tot vier jaar gevangenisstraf kunnen krijgen. Het WvS erkent de afwezigheid van een anticorruptie-nalevingsprogramma als een misdrijf, of erkent nalevingsprogramma's als instrumenten voor het verzachten of elimineren van wettelijke aansprakelijkheid. Bedrijven kunnen echter mogelijk ontsnappen aan de toewijzing van een omkoping als zij kunnen aantonen dat zij, door middel van hun nalevingsprogramma, de nodige zorgvuldigheid betrachtten bij het voorkomen van omkoping en het niet goedkeurden

Het WvS identificeert niet specifiek zogenaamde faciliterende betalingen, maar ze worden als ongepaste voordelen beschouwd en vormen daarmee omkoping. Volgens de interne richtlijnen van het Nederlandse parket zijn facilitaire betalingen aan buitenlandse overheidsfunctionarissen illegaal en strafbaar, maar ze worden niet vervolgd in Nederland wanneer aan de volgende voorwaarden (afgeleid van het OESO-verdrag inzake omkoping van buitenlandse overheidsambtenaren) wordt voldaan:

  • Kleine bedragen (in absolute of relatieve termen).
  • De handeling of omissie van de ambtenaar was al wettelijk vereist en de betaling verstoort de concurrentie op geen enkele manier.
  • De buitenlandse functionaris heeft de betaling gestart.
  • Betalingen aan lagere ambtenaren.
  • Het bedrijf verbergt de betaling niet en noteert deze op transparante wijze in zijn financiële rekeningen.

Schijnwerper op kinderarbeid

In februari 2017 heeft het Nederlandse parlement de Wet Zorgplicht Kinderarbeid aangenomen waarin Nederlandse bedrijven worden verplicht de risico's van kinderarbeid in hun eigen activiteiten en hun toeleveringsketens te identificeren en plannen te ontwikkelen om deze aan te pakken. Het wetsvoorstel zal naar verwachting op 1 januari 2020 in werking treden als wet. Het heeft betrekking op bedrijven (met mogelijke vrijstellingen voor kleinere ondernemingen) die goederen en diensten leveren aan Nederlandse consumenten, met inbegrip van bedrijven die buiten Nederland zijn geregistreerd.

Wil u zeker zijn dat u voldoet aan alle regelgeving en voorkomen dat u een boete krijgt? Maak dan gebruik van een screeningstool zoals Nexis Diligence om uw zakenpartners, leveranciers en werknemers mee te checken.

Neem contact met ons op
Telefoonnummer: +31 (0) 20 485 3456
Meer weten over LexisNexis?
  • Wilt u persoonlijk advies? Vul dan het contactformulier in!
  • Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
  • Volg ons op Facebook, LinkedIn of Twitter
  • Ga naar Kennisbank voor interessante artikelen, whitepapers en blogs